Wat je moet weten voor je jouw Berner Sennenhond een ijsje heeft
De zomervakantie staat voor de deur. Bij warm weer eten we massaal een ijsje. Natuurlijk verdient onze hond ook een verkoelende snack. Je geeft best geen ijsje die je zelf eet, want dat is niet goed voor honden. Maar wat kan je nu wel geven en moet je op iets letten voor je een ijsje geeft? Er zijn inderdaad een aantal zaken waar je rekening mee moet houden als je je hond een ijsje wilt geven. Hieronder vind je alles op een rijtje.
Wat mag je niet doen?
- Roomijs is gemaakt van koemelk. Koemelk bevat lactose, wat voor veel honden moeilijk te verteren is. Ze kunnen hier maag- en darmklachten van krijgen met als gevolg dat ze gaan overgeven of diarree krijgen. Dat maakt juist de kans op uitdroging bij warm weer groot.
- Geef nooit light-ijs aan honden. Deze bevatten zoetstoffen, met name aspartaam en xylitol die voor je hond gevaarlijk of zelfs dodelijk kunnen zijn. Ijsjes met een laagje chocolade of chocolade-ijs zijn niet gezond voor honden en bij een hoog gehalte aan chocolade zelfs gevaarlijk.
- Honden die aanleg hebben voor een maagkanteling zoals de Berner Sennenhond, lopen door het eten van een ijsje een groter risico.
- Veel ijs kan bij honden die daar gevoelig voor zijn, misselijkheid en diarree veroorzaken. Wat de kans op uitdroging vergroot.
- Ijsjes kunnen best hard zijn. Bij het afbijten en kauwen hiervan kunnen de tanden van de hond beschadigd worden. Daarnaast kunnen er ook scherpe randen aan het ijs zitten waar de hond zijn tong en bek kan aan snijden.
- Ijs direct uit de diepvriezer kan erg koud zijn en daardoor aan de tong of lippen van je hond vastvriezen. Je hond zal zich proberen lostrekken, waardoor er wondjes op de lippen of tong kunnen ontstaan.
- Geef je hond niet teveel ijs per keer, dit om onderkoeling te voorkomen.
- In ijs zit veel vet en/of suiker, wat wil zeggen dat je hond extra calorieën binnen krijgt. Geef je hond daarom niet te veel ijs.
Wat kan je nu wel doen?
- Geef liever een waterijsje, hier zit geen lactose in.
- Kijk goed wat er in het ijs zit, let vooral op kunstmatige zoetstoffen, chocolade, conserveermiddelen, kleur- en smaakstoffen.
- Geef je hond een klein beetje ijs per keer. Dat voorkomt maag- en darmproblemen, onderkoeling en het risico op een maagkanteling.
- Zorg dat je hond het ijs oplikt en niet kan opeten in grote stukken. Eveneens voorkomt dit maag- en darmklachten, schade aan tanden en verwondingen in de bek. Je kunt dit doen door zelf ijsje te maken in een Kong of vergelijkbare speeltjes die je kunt vullen.
- Spoel het ijsje af met koud water of laat het even staan voor je het aan je hond geeft. Dit voorkomt dat het ijs aan de lippen of tong van je hond zou vastvriezen.
- Als hond gevoelig is voor overgewicht, maak dan zelf ijsjes met ingrediënten waar weinig calorieën in zitten. Je kan hem ook die dag minder voer geven of het ijsje als een onderdeel van zijn maaltijd maken.
- Een hondenijsje is op een dag dat het te warm is om andere activiteiten te doen, een leuke en lekkere afleiding voor je hond. Als je een Kong, watermeloen van Biosafe of andere speeltjes gebruikt en er naast vloeistof ook nog wat stukjes in doet is het meteen een hersenwerkje. Je hond moet bedenken hoe hij de stukjes eruit gaat krijgen.
Hoe kan je nu zelf een hondenijsje maken?
Vul een ijsvorm of speeltje op met water en voeg er stukjes fruit, groenten, hondensnoepjes, vis, vlees enzovoort aan toe. Laat je creativiteit de vrije loop. Heb je geen inspiratie dan kan je in de winkel speciale hondenijsjes kopen. Ben je zeker dat je hond niet reageert op zuivelproducten, dan kan je recepten proberen waar je deze producten in verwerkt.